Zwarte dagen

Gepubliceerd op 12 juni 2025 om 06:05

12 en 13 juni.
Twee zwarte datums in mijn leventje.

20-5-2020 ging mijn vader onder het mes. Een operatie om de kanker uit zijn linkerlong te verwijderen…
Na veel complicaties, een delier, coronamaatregelen, 20 dagen IC en drie operaties verder, was daar 12 juni. De dag dat ik weer werd gebeld door het ziekenhuis.

Ik kreeg de behandelend arts aan de telefoon. Hij vertelde me dat we met z’n allen naar het ziekenhuis moesten komen – wat uitzonderlijk was, vanwege de coronamaatregelen.
Ik heb iedereen opgetrommeld en ben naar het ziekenhuis gereden.

Het duurde lang, heeeel lang voordat we een arts spraken. De tijd van wachten brachten we door bij mijn vader.
Hij maakte nog volop grapjes, terwijl hij aan alle toeters en bellen lag.
Ik zag dat de nierdialyse was afgekoppeld, en wist: dit is geen goed teken.

Toen kwam daar de arts… Die nam ons drie mee…
“Er is niets meer wat we kunnen doen.”

Het enige wat ik kon, was huilen…
Mijn moeder keek me aan en zei: “We moeten sterk blijven, meisjes.”

Terug naar mijn vader.
De arts moest even iets regelen en kwam daarna naar de kamer om het ook aan mijn vader te vertellen… Hij wist nog van niets.
Ik moest sterk blijven. Want hij wist nog niet wat wij wisten. Maar ik was stuk…
Een zuster pakte me vast: “Heel even meid, hou het even vol.”

De arts was er en vertelde het nieuws aan mijn vader. Hij begreep het… en ook weer niet.
Hij keek me aan en vroeg: “Waar is Luc?”
– “Die zit in Spanje. Ik heb hem gebeld en hij komt naar huis, pa.”
Hij vroeg wanneer. Het was eind van de middag, en Luc zou op z’n vroegst de volgende ochtend in Nederland zijn.

“Oke, we wachten op Luc.”

De zuster nam me apart, keek me aan en vroeg: “Hoe ga je dit doen?”
Het enige wat ik kon zeggen was: “Ik heb geen idee.”

Die avond kwam familie en kwamen vrienden. Ze hebben zó geholpen.
Ze namen afscheid.

Als ik alleen met mijn vader was, vroeg hij of ik een rolstoel wilde halen.
“We moeten hier weg, Hym. We moeten ontsnappen.”
Alsof we in een slechte film zaten en ik een of andere heldin was.
Weer een delier.

Die nacht brachten mijn moeder en ik bij mijn vader door.
Hij had weer een luchtlek aan de stomp van zijn long. Daardoor lekte er lucht in zijn borstkas – wat betekende dat bij elke ademhaling zijn borstkas opblies.
Hij had pijn. Wilde niet slapen.
Als hij medicatie zou krijgen, zou hij in slaap vallen en niet meer wakker worden.

En dat… dát wilde hij niet. Want hij wilde Luc zien.
Iedere uur vroeg hij waar hij bleef.

De hele nacht wreef hij met zijn duim over hetzelfde stukje arm.
Na een uur begon dat pijn te doen, maar na een paar uur voelde hij dat stuk huid niet meer.

Het was 13-6-2020. Rond 9 uur.
Luc was eindelijk in het ziekenhuis.
We gingen naar mijn vader. Hij was zó blij om Luc te zien.
“Ey Luc,” zei hij. Hij keek hem aan en stak zijn hand uit.

Mijn vader zei altijd dat Luc om zijn hand moest vragen – net als in die Pickwick-reclame, met dat theezakje.

Daarna keek hij me aan en knikte.
Ik vroeg wat er was, en hij vertrok zijn gezicht van de pijn.
“Wil je medicijnen, pap?”
Hij knikte: ja.

Protocol is: zes of zeven uur wachten voor de volgende stap.
We kozen ervoor om even naar huis te gaan.
Later die dag gingen we terug.

We zaten met het gezin – en met mijn oudste nicht, waar we enorm veel steun aan hadden – bij mijn vader.
De arts kwam en vroeg of hij op de kamer moest wachten. Hij verwachtte dat, zodra de beademing werd verwijderd, het niet lang meer zou duren.
Wij benoemden dat dit niet hoefde.

Om 19:00 werd de beademing verwijderd.
Twee uur en dertien minuten heeft mijn vader gevochten.
Hij wílde niet gaan. Dat was duidelijk.

Twee uur en dertien minuten lag mijn telefoon op tafel. Blijkbaar met het geluid aan.
Twee uur en dertien minuten… stilte.

Om 21:18 kreeg ik een melding. Het geluid stond dus nog aan.
Luc: “Hoe gaat het?”

Ik belde hem met de mededeling dat hij wel wist wat timing was.
“Ik kom er nu aan.”
Oke.

We waren even naar buiten. Even weg uit deze bizarre situatie.
Lijkbleek kwam Luc aanlopen. Hij keek me aan.
“Hij is thuis geweest.”

Ik kreeg een foto van een buurman – een mega mooie avondrood boven het huis van mijn ouders.
Luc vertelde dat er werd aangebeld.
De hondjes renden naar de voordeur. Niemand aan de deur.
Toen naar de tuin, waar de parkieten van mijn vader helemaal losgingen.

Daarna stuurde Luc dat appje.

De dagen erna werd ik geleefd en is kiekjes van Hymke geboren. 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.